Nederlands


HET GEGRAVEERDE BEENTJE VAN ISHANGO
WAAROVER GAAT HET?

Het team van Jean de Heinzelin vond duizenden voorwerpen, maar sommige zijn eigenaardiger dan de andere. Op één stuk in het bijzonder zijn alle schijnwerpers gericht: het beentje van Ishango, een echte ster in de Afrikaanse archeologie.  

Het voorwerp kreeg de naam “beentje van Ishango” of “Ishango-beentje”. Het is een samengesteld werktuigje dat bestaat uit een snijdend deel in kwarts en een steel in been. Daarom alleen al is het een opmerkelijk voorwerp, want samengestelde prehistorische werktuigen blijven uiterst zelden bewaard.

Met het flinterdunne kwartsstukje aan één einde werd waarschijnlijk precisiewerk verricht, bijvoorbeeld voor insnijdingen in huid. Het been van de steel werd zodanig geschaafd, afgekrabd, gepolijst en gegraveerd dat we niet duidelijk weten van welk dier het afkomstig is. Het was in elk geval een zoogdier.

Waarom is het zo boeiend?
Het beentje is beroemd wegens de graveringen op de steel. Maar er blijven nog veel vragen over wat die versiering juist betekent. Het zijn 168 parallelle inkepingen, die groepjes vormen, verdeeld over drie kolommen.

Hypotheses
Jean de Heinzelin ging ervan uit dat deze groepjes strepen getallen voorstellen. Zeker in historische tijden werden hoeveelheden door streepjes voorgesteld. Met dit voor ogen zocht de Heinzelin naar wiskundige overeenkomsten tussen deze getallen. Hij vond verbanden waaruit afgeleid zou kunnen worden dat het beentje van een vergevorderde wiskundige kennis getuigt, die voor een zo vroege periode nooit vermoed werd. Hier zijn enkele observaties en overpeinzingen die Jean de Heinzelin in 1957 maakte in zijn publicatie over de vindplaats Ishango:

Middelste kolom
In de middelste kolom staan getallen samen met hun tweevoud (3 en 6, 4 en 8, 5 en 10) en twee onverklaarde getallen (5 en 7).

Kolom rechts
De getallen in die kolom zouden verband houden met het getal 10, een bekende telbasis. Die zouden dan zijn:

  • 11 = 10 + 1 
  • 21 = 20 + 1
  •  19 = 20 – 1 
  • 9 = 10 - 1


Kolom links
De mensen van Ishango zouden priemgetallen gekend hebben, want 11, 13, 17 en 19 zijn de priemgetallen tussen 10 en 20. Een priemgetal is een getal dat slechts deelbaar is door 1 en door zichzelf.


Andere onderzoekers hebben ook geprobeerd deze reeksen inkepingen te verklaren:

De wiskundigen Dirk Huylebrouck en Vladimir Pletser namen de eerste ideeën van Jean de Heinzelin rond de weergave van getallen over. Ze stellen het beentje voor als een soort rekenliniaal, met variaties die uitgaan van basis 3 en basis 4 en, bij uitbreiding, van basis 12 (of 3 x 4). Maar ze vinden dat er niet genoeg bewijs is dat de mensen van Ishango toen priemgetallen kenden.

Alexander Marshack, archeoloog aan de universiteit van Harvard, dacht eveneens aan een systeem om getallen weer te geven, maar die zouden in verband staan met een maankalender.

Olivier Keller, een andere wiskundige, waarschuwt voor de neiging in onze huidige cultuur om overal getallen in te zien. Dat leidt ertoe dat we andere betekenissen niet meer zien. Zo zouden we beter ook aandacht besteden aan de toch vaak voorkomende symbolische tekens uit het bovenpaleolithicum, die op allerlei ondergronden aangebracht werden (been, steen, rotskunst).


Is dat niet boeiend? Vooral als je weet dat dit voorwerp 25 000 jaar oud is …
Als de wiskundige hypotheses ooit bevestigd worden, zou dit betekenen dat de mensen uit het boven-paleolithicum al over een vergevorderde wiskundige kennis beschikten. Maar dan duiken er veel vragen op. Wat deden ze er mee? Waarom gebruikten ze verschillende telbasissen door elkaar? Was die kennis gemeengoed of was ze alleen voor vissers nuttig?…

Vandaag heeft de vindplaats Ishango nog heel wat geheimen. Er zijn nog veel andere prehistorische sites in de vallei van de Semliki. Waarschijnlijk leefden er al sinds minstens 100 000 jaar Homo sapiens sapiens in deze streek.

We moeten nog veel elementen vinden voor we de levenswijze, het milieu, en de gedachtewereld van de mensen van Ishango zullen begrijpen.

Vroeg of laat moeten archeologen dus opnieuw aan de oevers van het Edwardmeer zoeken naar de ontbrekende stukken van de puzzel waaraan sinds de jaren 50 gewerkt wordt.

En er zullen zeker nog andere prachtstukken opduiken.


Realisatie: Association pour la Diffusion de l’Information archéologique (ADIA)
Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen